Lidl zet actief stappen om knelpunten zoals netcongestie, vervuilend stadsvervoer en complexe verduurzamingstrajecten voor transporteurs op een toekomstgerichte manier aan te pakken. Zo stelt de supermarktketen sinds kort de laadpleinen op haar distributiecentra open voor andere logistieke partijen. Geen proefproject, maar een bewuste strategische keuze die aansluit bij Lidl’s ambitie om in 2030 álle filialen van stad tot dorp volledig elektrisch te bevoorraden. Door slimme samenwerking en het openstellen van eigen infrastructuur laat Lidl Nederland zien hoe de logistieke sector gezamenlijk versneld kan verduurzamen. Een gesprek met Ruud Metten, Manager Transport & Innovaties.
“Zo’n laadplein is een forse investering,” zegt Ruud Metten, Manager Transport & Innovaties bij Lidl Nederland. “Dan doet het pijn in het hart als die infrastructuur buiten onze laadtijden ongebruikt blijft. En als wij het goed plannen – wat we doen – weten we precies wanneer er ruimte is. Die ruimte kunnen we delen. Met buren, met leveranciers, met andere transporteurs. Daar wordt iedereen beter van.”
Lidl beschikt over zes distributiecentra, waarvan er inmiddels vier – in Heerenveen, Almere, Oosterhout en Weert – zijn voorzien van operationele laadpleinen. De overige twee – Etten-Leur en Waddinxveen – volgen in de loop van 2025. De laadpleinen leveren 100% groene stroom, mede opgewekt op daken van Lidl-filialen of uit de zonneweide Haghorst, waarmee Lidl een Power Purchase Agreement heeft gesloten.
Volgens Metten is het idee om die pleinen te delen organisch ontstaan. “Onze leveranciers moeten na het lossen vaak toch wachten vanwege rijtijden. Waarom zouden ze die wachttijd niet gebruiken om te laden? En waarom zouden we onze buren op het bedrijventerrein laten aanmodderen met wachtrijen of gebrek aan aansluitingen als wij capaciteit over hebben?”
De laadpleinen zijn toegankelijk op basis van tijdslots die in overleg worden vastgesteld. “We hanteren een vast voordelig tarief per kilowattuur, zonder verborgen kosten. Geen boetes, geen facturatiekosten. Dat houdt het laagdrempelig,” aldus Metten.
Wat Lidl doet, is meer dan alleen het delen van infrastructuur. Het biedt mogelijkheden voor onze toeleveranciers om bij ons te komen opladen bij het aanleveren van goederen.
Dat is geen overbodige luxe, benadrukt hij. “Een elektrische vrachtwagen aanschaffen is één ding, maar de laadinfrastructuur eromheen is vaak veel ingewikkelder. Denk aan trafo’s, brandveiligheid, verzekeringen – en ga zo maar door. Wij hebben dat nu grotendeels geregeld, de transporteur hoeft hier dus niet meer over na te denken.
Lidl was de eerste supermarkt in Nederland die zich publiekelijk committeerde aan volledige elektrificatie van haar bevoorrading vóór 2030. Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) prees het initiatief als een toonbeeld dat de ambities van het kabinet haalbaar zijn.
Internationaal wekt Lidl Nederland inmiddels ook belangstelling. “Nederland loopt voorop,” zegt Metten. “We zijn nu met onze interationele Lidl-collega’s aan het kijken hoe we onze aanpak verder kunnen uitrollen.
Duurzaamheid is geen marketingverhaal, benadrukt Metten. “Het zit verweven in alles wat we doen. Onze winkels zijn al sinds 2018 gasloos, lang vóór de oorlog in Oekraïne. En elektrisch transport past daar perfect in. Het is stil, schoon en uiteindelijk goedkoper. We rijden korte afstanden, combineren koel-, vers- en droogproducten in één rit en nemen retourstromen meteen mee. Efficiëntie en duurzaamheid gaan hand in hand.”
Bovendien creëert Lidl duidelijkheid richting haar transportpartners. “We werken met vaste partijen, soms al twintig jaar. In 2023 hebben we de 2030-doelstelling aangekondigd. Dat geeft transporteurs de ruimte om hun wagenpark af te schrijven en hun overstap zorgvuldig te plannen. We zetten samen de stip op de horizon en werken daar naartoe.”
Voor Lidl is het openstellen van de laadpleinen slechts het begin. “We hopen dat dit andere bedrijven inspireert,” besluit Metten. “Verduurzaming lukt niet alleen. Maar als we onze infrastructuur delen, onze kennis inzetten en de keten meenemen, dan maken we elektrische logistiek bereikbaar voor iedereen.”
Samenwerking met Volvo Trucks
De elektrificatie van Lidl’s filiaalbevoorrading is niet mogelijk zonder sterke partners in de voertuigtechnologie. Een van de belangrijkste spelers in dat traject is Volvo Trucks. De overgrote meerderheid van de huidige elektrische vrachtwagens waarmee Lidl rijdt, is afkomstig van Volvo.
“Wij schrijven geen merk voor,” benadrukt Ruud Metten, Manager Transport & Innovaties bij Lidl Nederland. “Maar veel van onze vaste transporteurs werken al jaren met Volvo en kiezen ook voor elektrische modellen van dat merk. Voor ons is vooral belangrijk dat de trucks voldoen aan onze functionele eisen: voldoende actieradius, accucapaciteit en inzetbaarheid in ons dagelijkse rittenpatroon.”
“De energietransitie in het wegtransport is volop gaande”, zegt Jan Schouten, manager energy transition bij Volvo Trucks Nederland. “We zien dat steeds vaker geëist wordt dat transport emissievrij gebeurt. Elektrische trucks zijn er al, maar om écht op te schalen is verdere groei van de laadinfrastructuur cruciaal. Lidl toont leiderschap door niet alleen eisen te stellen aan elektrisch transport, maar ook actief te faciliteren. Door laadpleinen beschikbaar te stellen, creëren zij de randvoorwaarden voor vervoerders om in te stappen. Dat is precies wat de energietransitie nodig heeft: samenwerking tussen verlader, vervoerder en fabrikant. Partnership is the new leadership in de keten. En voor vervoerders die nú instappen, liggen er mooie kansen.
Volvo Trucks leverde onder meer de voertuigen voor een recente fotoshoot in Amsterdam, waarmee Lidl de zichtbaarheid van elektrisch vervoer in stedelijke omgeving onderstreept. De samenwerking beperkt zich niet tot levering: Lidl wisselt ook actief kennis uit met fabrikanten zoals Volvo om de inzet van elektrische trucks verder te optimaliseren.
“Als koploper in Europa willen we weten wat er beschikbaar is, wat werkt in de praktijk, en hoe we onze transporteurs daarin kunnen ondersteunen,” aldus Metten.