Welke beleidsprioriteiten ziet Philippe Degraef (Febetra) voor een solide transportsector?

Op 9 juni 2024 vonden in ons land verkiezingen plaats, met toch wel verrassende resultaten. Vooral in het Franstalige landsgedeelte lijkt een nieuwe, frisse wind te waaien die de deur openzet voor een meer ondernemersvriendelijk klimaat. In Wallonië zat een nieuwe regering snel in het zadel. Ook de andere beleidsniveaus wacht de moeilijke opdracht om onze economie, onze financiën, onze arbeidsmarkt en nog veel meer terug op de rails te krijgen.

Te hoge arbeidskosten

Tijdens de afgelopen legislatuur zette de Vivaldi-regering voluit in op voldoende koopkracht voor de burger, waarbij de factuur voor het behoud van die koopkracht quasi volledig werd doorgeschoven naar de Belgische ondernemingen. Dit beleid heeft dan ook een grote impact op onze ondernemingen die in een internationale context opereren en met buitenlandse concurrenten te maken hebben. Onze loonkostenhandicap ten opzichte van de buitenlandse concurrentie is alleen maar toegenomen. In een sector zoals transport, waar de loonkosten veruit de grootste kostenpost zijn, is dat een immens probleem. 

Zeker in een periode zoals nu, waarin verladers op zoek zijn naar zo goedkoop mogelijk transport en aan de lopende band tenders uitschrijven. Sinds de uitbreiding van de Europese Unie zitten onze Belgische transporteurs in een negatieve spiraal. Heel kort samengevat, zijn en blijven ze al twee decennia lang te duur ten opzichte van buitenlandse concurrenten. Dit is hun voornaamste probleem en tegelijkertijd hun grootste frustratie. Daarom roept Febetra de nieuwe regeringen op om die concurrentiekracht als belangrijkste en dringendste werf aan te pakken, ondanks de moeilijke budgettaire context waarin de nv België zich momenteel bevindt.

Realisme

De vergroening van de hele economie wordt nog zo’n huzarenstuk. Van kapitaal belang is dat het door de politiek uitgestippelde tijdspad niet alleen praktisch haalbaar is, maar bovenal betaalbaar blijft. Realisme en betaalbaarheid zijn parameters die absoluut meegenomen moeten worden in heel het klimaatverhaal. Niemand, maar dan ook niemand kan zich de luxe veroorloven om zich blauw te betalen aan de vergroening.

Het behoud van de professionele diesel is dan ook een item dat van existentieel belang is voor de transportsector. Op termijn is fossiele diesel ten dode opgeschreven, daar moeten we ons met z’n allen bewust van zijn. Maar nu al de begrafenis van de professionele diesel organiseren, zoals sommige linkse partijen zouden willen, dat is voor Febetra duidelijk een brug te ver. Zolang er geen volwaardige alternatieven zijn op financieel, operationeel en technisch vlak, is het behoud van de professionele diesel van kapitaal belang voor de bijna 11.000 transportondernemers die ons land rijk is. Een verlaging van de torenhoge kosten op arbeid en een gezonde dosis realisme in heel het energietransitieverhaal: dat zijn de twee items die helemaal bovenaan het verlanglijstje van de Belgische transportsector prijken. 

Rekening houdend met de hoogdringendheid en de omvang van de opdracht, kunnen onze beleidsmakers maar best vanaf dag één uit de startblokken schieten. Vijfhonderd dagen onderhandelen in een kasteel, daar is echt geen tijd voor.